Informatie over aanvraag zorgvoorzieningen

Sinds begin 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door een aantal nieuwe en bestaande (zorg)wetten, waaronder de Wet langdurige zorg (Wlz). De Wlz neemt dus bepaalde zorgtaken over die voor 2015 nog vanuit de AWBZ werden geregeld. Om precies te zijn, zijn alle taken die onder de AWBZ vielen, overgeheveld naar één van de volgende wetten:

  • De Wet Langdurige zorg (Wlz)
    • Langdurige, intensieve zorg, thuis of in een instelling
    • Meer over de Wlz hieronder
  • De Zorgverzekeringswet (Zvw) via het basispakket
  • De Wet maatschapelijke ondersteuning (Wmo)
    • Zoals huishoudelijke hulp en ondersteuning bij zelfredzaamheid
    • Meer over de Wmo
  • De Jeugdwet

Welke zorg wordt geregeld vanuit de Wlz?

De Wet landurige zorg is bedoeld voor mensen die voortdurend (intensieve) zorg nodig hebben in de nabije omgeving. Denk daarbij aan chronisch zieken, kwetsbare ouderen en mensen met een ernstige geestelijke, lichamelijke beperking of aandoening. Alles wat de cliënt nodig heeft wordt vanuit de Wlz geregeld, namelijk:

  • Verblijf in een zorginstelling (thuis wonen is ook mogelijk)
  • Begeleiding, verpleging en verzorging
  • Geneeskundige zorg en behandeling in verband met de ziekte, beperking of stoornis
  • Hulpmiddelen
  • Vervoer naar de plaats waar de begeleiding, behandeling en verzorging plaatsvindt.

Het gehele pakket aan zorg en voorzieningen noemt men het integraal pakket.

Hoe kom ik voor deze zorg in aanmerking?

Wil je nagaan of en hoe je zorg uit de Wlz kunt aanvragen in 2016. Dan kun je gebruik maken van het Zorgkompas.

Wlz aanvragen via het ZorgkompasHet Zorgkompas verwijst je eenvoudig naar de juiste zorginformatie, zorgvormen en zorginstanties.

De onderstaande infographic van de overheid geeft schematisch weer hoe iemand met een zware zorgbehoefte de passende zorg krijgt. Onder de infographic wordt nader ingegaan op de verschillende stappen die doorlopen worden.
Infographic_WLZ-01_2015

  1. Aanvraag bij het CIZ

Iemand met een zware zorgbehoefte gaat in gesprek met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Zij voeren een objectief onderzoek uit naar de persoonlijke situatie en omgeving. Er wordt dan gekeken of er aan de volgende criteria wordt voldaan:

  • Is er permanent toezicht nodig?
  • Is er 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig?

Het gesprek met het CIZ vindt plaats met de zorgbehoevende en/of  de mantelzorger/begeleider. Eventueel kan er in overleg ook een gratis onafhankelijke cliëntondersteuner geregeld worden die het gesprek kan voeren.

  1. CIZ verstrekt een Wlz-indicatie

Aan de hand van het gesprek en het onderzoek wordt er wel of geen Wlz-indicatie gegeven:

  • Is er geen Wlz-indicatie? Dan zal de zorg waar de cliënt recht op heeft uit één of meerdere van de overige wetten georganiseerd worden. Hierover gaat men echter niet in gesprek met het CIZ, maar met de Gemeente (Wmo en Jeugdwet) of de wijkverpleegkundige en zorgverzekeraar (Zvw).
  • Is er wel een Wlz-indicatie? Dan zal het CIZ een zorgprofiel vaststellen waarin staat van de inhoud en omvang is van de zorg waar de zorgbehoevende recht op heeft. Vervolgens wordt het indicatiebesluit doorgestuurd naar het zorgkantoor met wie nadere afspraken gemaakt worden over de vorm van de geleverde zorg.
  1. Vorm van geleverde zorg

Bij een Wlz-indicatie wordt er ook met het CIZ besproken over de vorm van de zorg die geleverd zal worden. In principe wordt zorg op twee manieren worden geleverd:

  • Intramuraal: zorg in een zorinstelling, middels zorg in natura of een persoonsgebonden budget (pgb)
  • Extramuraal: zorg thuis (als de situatie dit toelaat en de kosten niet hoger zijn dan bij verblijf in een instelling), middels een volledig pakket thuis (vpt), modulair pakket thuis (mpt) of een persoonsgebonden budget (pgb)
  1. Vergoeding van zorg

Met een Wlz-indicatie wordt de langdurige zorg waar de cliënt recht op heeft vergoed. Als de cliënt 18 jaar of ouder is, betaalt hij/zij echter wel een eigen bijdrage. Deze eigen bijdrage wordt berekend en geadministreerd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). In de eerste zes maanden na het ontvangen van de indicatie betaalt men meestal een zogenaamde ‘lage’ eigen bijdrage. Hieronder een korte indicatie van de eigen bijdragen in (2016):

  • Lage eigen bijdrage: minimaal 159,80 euro en maximaal 838,60 euro per maand
  • Hoge eigen bijdrage: maximaal 2.301,40 euro per maand

Na de eerste zes maanden hangt het van de financiële middelen, zorgindicatie, leeftijd en persoonlijke situatie van de cliënt af of hij/zij een ‘hoge’ of  ‘lage’ eigen bijdrage moet betalen. In de volgende situaties betaal je (ook na de eerste zes maanden) een lage eigen bijdrage:

  1. Als het (vorige) verblijf in een zorginstelling meer dan zes maanden geleden is geweest. Je betaalt dan weer zes maanden de lage eigen bijdrage.
  2. Als je het levensonderhoud van je kinderen betaalt en daarvoor kinderbijslag ontvangt
  3. Als je in een zorginstelling woont en je partner daarbuiten.
  4. Jij of je partner hebben een pgb-Wlz, een volledig pakket thuis of een modulair pakket thuis
  5. Je hebt een indicatie voor terminale zorg
  6. Je hebt een indicatie voor vier tot zes dagen per week

Via het rekenprogramma van het CAK kun je de eigen bijdrage in jouw situatie bepalen.

Thuis blijven wonen of naar een zorginstelling?

Met een Wlz-indicatie kan de cliënt er voor kiezen om thuis te blijven wonen. Er zijn dan drie mogelijkheden om de zorg te organiseren, namelijk via:

  1. Een volledig pakket thuis (vpt): wordt geleverd door één zorgaanbieder
  2. Een modulair pakket thuis (mpt)
  3. Een persoonsgebonden budget (pgb)

Een combinatie van mpt en pgb is tevens mogelijk.

Voordat de zorg middels een vpt of mpt thuis wordt toegekend, beoordeeld het zorgkantoor eerst of het verantwoord en doelmatig is om de zorg bij de cliënt thuis te organiseren. In het geval van een pgb wordt er gekeken of de verzekerde in staat is om bepaalde administratieve zaken zelf te regelen (bijvoorbeeld het inkopen van zorgaanbieders). Uiteindelijk bepaalt het zorgkantoor welke leveringsvormen haalbaar zijn.

Vpt

Bij een Vpt wordt alle zorg die in het zorgprofiel past, geleverd door één zorgaanbieder en valt dus onder de verantwoordelijkheid van één Wlz-instelling. Daarmee worden afspraken gemaakt over de zorg die gewenst wordt en op welke tijden de zorgverleners langskomen.

Mpt

Met een mpt kan de cliënt de zorg thuis laten leveren door één of meerdere zorgaanbieders middels zorg in natura. Daarbij wordt ook afgesproken Voor bepaalde zorgvormen, zoals persoonlijke verzorging en verpleging, is het ook mogelijk om zorg zelf in te kopen met een pgb.

Pgb

Met een persoonsgebonden budget kan de verzekerde zelf zorg inkopen bij één of meerdere zorgaanbieders. Het budget wordt door de Sociale Verzekeringsbank beheerd.

Hieronder staat een overzicht van de verschillende vormen van zorg die kunnen worden geleverd.

Vpt Mpt Pgb
  • Persoonlijke verzorging en verpleging
  • Begeleiding
  • Noodzakelijke geneeskundige of paramedische zorg in verband met de ziekte/aandoening*
  • Vervoer naar behandeling en begeleiding
  • Verstrekken van maaltijden en drinken
  • Schoonmaken woning cliënt
  • Logeeropvang
  • Persoonlijke verzorging en verpleging
  • Begeleiding
  • Noodzakelijke geneeskundige of paramedische zorg in verband met de ziekte/aandoening*
  • Vervoer naar behandeling en begeleiding
  • Logeeropvang
  • Persoonlijke verzorging en verpleging
  • Begeleiding
  • Schoonmaken woning cliënt
  • Logeeropvang

*Algemene geneeskundige zorg, zoals psychiatrische zorg, medicijnen en mondzorg zijn geen onderdeel van het vpt. De cliënt is voor dit soort zorgvormen aangewezen op zijn/haar zorgverzekering

Wat als ik al een indicatie van het CIZ heb?

Veel mensen komen in aanmerking voor een zogenaamde overgangsregeling. Dit komt omdat zij voor 2015 al zorg vanuit de AWBZ ontvingen en hun indicatie nog doorloopt tot (en met) 2015 of 2016. Hoe deze regeling werkt wordthier besproken.